Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

Bovenaan de trap realiseerde ik me plotseling dat ik nog iets vergeten was. Ik draaide me om en liep met ferme tred naar beneden. Mijn hand op de leuning, want ik ben altijd voorzichtig op de trap. Ook deze fatale zaterdagmiddag.
En toen gebeurde het: op de vijfde tree van onderen bleef de hak van mijn schoen net met het laatste randje achter de rand van de traptrede haken. Ik werd min of meer naar voren geprojecteerd en nog mijn hand op de leuning of mijn andere, vrije voet konden nog iets doen. Door de rare beweging draaide ik een kwartslag om mijn as en dook zijdelings met veel kabaal naar beneden. Daar wachtte de tegelvloer die ik vol met mijn bovenarm en daarna nog met mijn hoofd raakte.

Ik gilde het uit van de pijn, terwijl ik ondertussen dacht: 'o nee, niet nu, niet ik, dit kan niet waar zijn'. Terwijl mijn lief met een sneltreinvaart vanaf de zolder naar beneden kwam gedenderd, wist ik eigenlijk al dat er iets goed mis was. Mijn bovenarm deed zo afschuwelijk veel pijn en ik kon ook niet zelf overeind komen. Dat had deels ook te maken met het feit dat alles zwart zag voor mijn ogen en dat ik de stem van mijn lief, die inmiddels naast me geknield zat, alleen nog maar vanuit de verte hoorde. Ondanks dat ik op het punt stond om flauw te vallen, wist ik mijn lief te gebaren dat ik wilde gaan zitten, zodat mijn pijnlijke arm vrij kwam.
Daar zat ik dan, als een hoopje ellende op die koude tegelvloer onderaan de trap in de hal. Ik wreef met alle macht over mijn arm, alsof ik zo de pijn eruit wilde drijven. Maar nee, Dat ging niet gebeuren. Trekken aan mijn arm, dat hielp, dan werd de pijn wat beter draaglijk.
Behoedzaam hielp mijn lief me overeind, terwijl ik, zonder dat ik dat wilde, toch bleef gillen van de pijn. Dat gillen werd kermen en terwijl het zwart voor mijn ogen een beetje openbrak en ik nu vlekken zag, belde mijn lief de dokterspost.
Twee uur later was alles duidelijk. Ik had mijn bovenarm gebroken en wel op een zo hoge plek dat er geen gips omheen kon. Arts en verplegend personeel van de EHBO van het Elkerliek ziekenhuis keken me bezorgd aan en hadden met me te doen. Geen gips betekent namelijk dat je de komende tijd veel pijn zult hebben, omdat de gebroken delen vrij blijven liggen en dus nog steeds over elkaar kunnen wrijven, EN DAT WIL JE ECHT NIET!
Heel behoedzaam schoof de verpleegkundige een sling om mijn pols, maar daarvoor moest ik wel mijn arm buigen. Ik had toen al een stevige pijnstiller gekregen, maar kon de kreten van pijn echt niet onderdrukken. Met een doos pijnstillers reden we huiswaarts, waar me een lange, pijnlijke nacht wachtte.
Inmiddels heb ik er ook een tweede nacht opzitten, die ik rechtopzittend in bed heb doorgebracht. De pijn is nu wel dragelijk, maar met vlagen haast niet te harden. Mijn bovenarm is zo dik, dat zelfs Popey er jaloers op zou zijn. Over een weekje moet ik terugkomen. Hopelijk is dan de zwelling weg en kunnen ze zien of de breuk goed geneest. Mocht dat niet zo zijn, dat moet ik alsnog geopereerd. Maar laten we daar nog maar niet aan denken. Ondertussen heb ik bij alles wat ik doe hulp nodig. Alhoewel je wel inventief wordt als je maar één arm kunt gebruiken.