(Nog even een fragmentje uit mijn boek waarvan langzaam de finish in zicht komt)
De band tussen Joost en Julia en haar gezinnetje is langzaam gegroeid en inmiddels hecht te noemen. Haar drie kinderen zijn dol op opa Joost en opa Willem. Die twee horen er net zo goed bij als hun beide andere opa’s en oma’s. Gelukkig zien ze elkaar regelmatig. Niet zo vaak als ‘de opa’s’ zouden willen, maar dat heeft te maken met de afstand en de drukte die een eigen zaak met zich meebrengt.
En ik? Ik kan hier alleen maar van genieten. Van rivaliteit is geen sprake, want we zijn allemaal op onze eigen manier belangrijk voor onze dochter en haar gezin. Niemand hoeft op zijn tenen te lopen en voor iedereen is evenveel plaats in haar hart.
De bruiloft van onze dochter is inmiddels alweer veertien jaar geleden en vooral dankzij mijn lief kijk ik nu met hele andere ogen naar Joost. Of ie uiteindelijk toch in dat speciale plekje in mijn hart is beland? Nog niet helemaal, maar de deur staat inmiddels al wel op een kiertje.
Een ding is zeker: het raakt me meer dan ooit als het even niet zo goed gaat met Joost. Eerst dacht ik dat het kwam, omdat Julia daar dan verdriet van heeft. Als moeder voel je de pijn van je kind nu eenmaal dubbel zo hard. Maar nee, dat is het niet alleen. Ik vind het ook echt erg voor hem en betrap me er op dat ik dan vaker naar hem informeer.
Al die pijn die ik tot diep in mijn botten heb gevoeld toen Joost bij Julia en mij wegging, heb ik pas na jaren van rouw heel diep weg kunnen stoppen. Zo heel af en toe borrelt er nog wel eens wat van naar boven, maar inmiddels ben ik in gaan zien dat ik vast niet de enige was die al dat verdriet met zich mee droeg.
Vanaf het moment dat Joost de beslissing nam om een andere weg in te slaan, veranderde alles en iedereen om hem heen. Hij stapte een totaal andere wereld binnen, een wereld waar geen plaats meer was voor zijn vrouw en dochtertje. Een wereld die door heel veel mensen werd veroordeeld en totaal niet werd geaccepteerd. Het gemis van zijn dochtertje, vrienden en collega’s die hem als een baksteen lieten vallen, een wereld die hem niet accepteerde zoals hij was. Het moet een hel voor hem zijn geweest.
En ik, ik zag dat nauwelijks, omdat ik het te druk had om overeind te blijven en een goede moeder en vader te zijn voor ons dochtertje.
Eindelijk heb ik in kunnen zien dat Joost en ik elkaar enorm veel verdriet hebben gedaan, omdat we maar niet wilden en konden begrijpen wat de ander bedoelde, of voelde.
Er zijn geen winnaars of verliezers in deze scheiding. Ook al dacht ik vroeger weleens dat het Joost was die met zijn nieuwe liefde als grote winnaar uit de strijd was gekomen. Maar niets is minder waar. We hebben allebei een hoop verloren, maar uiteindelijk allebei ook een heleboel gewonnen: de liefde van onze dochter!