Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

Over enkele weken zou je 80 worden, maar een paar maanden voor je 57-ste verjaardag ging jouw kaarsje al uit. Mijn oudste broer, mijn tweede vader en mijn grote voorbeeld, wat mis ik je nog steeds verschrikkelijk veel. Er is in die 23 jaar dat je er niet meer bent zoveel gebeurd en dat had ik allemaal nog zo graag met je willen delen. We hebben samen nog afscheid genomen van onze broer Minus, die na een jaar zijn strijd tegen kanker op moest geven. Nog geen twee dagen later ging het mis met jou en wachtte ook jou zo'n zelfde soort gevecht.

Maar ook jij ging, net als onze Minus, niet bij de pakken neerzitten. Je leefde je leven zo intens mogelijk, met je vrouw, je drie dochters en je drie kleindochters. Met al die vrouwen leek je maar niet van dat poppenwagentje af te komen, totdat, enkele maanden voor je overlijden, je kleinzoon werd geboren. Wat was je trots en gelukkig en wat heeft hij nog vaak bij je in je armen gelegen, terwijl jij hem van alles in zijn oor fluisterde. Een foto van jullie twee hangt nog steeds op mijn werkkamer en er is geen dag dat ik er niet naar kijk.

Naast je eigen gezin en je ziekte had je ook nog volop aandacht voor alle andere mensen om je heen. Zelfs voor mijn dochter Maaike, die samen met haar vriend net was gaan samenwonen. Je had nog zo graag hun huis willen zien, maar de kanker dacht daar anders over. Weet je nog, dat we een hele film voor je in elkaar hadden gezet, waarop het net was alsof je voor het eerst bij die twee op visite kwam? Wat heb je genoten van die film. En. zal ik je eens iets leuks vertellen? Die twee zijn nog steeds samen. Ze hebben allebei hun studie afgemaakt en zijn enkele jaren na jouw overlijden getrouwd. Inmiddels hebben ze drie kinderen, een meisje van 17, een jongen van 15 en nog een meisje van 9 jaar oud. Wat zou je van dat gezin genoten hebben, dat weet ik zeker. En wat zou je me geplaagd hebben met mijn oma-schap, maar ook gruwelijk trots op me zijn geweest. Wat zou het toch fijn zijn geweest als je dit nog had kunnen zien, al was het maar één keer. Dat ik nog een keer met je zou kunnen praten, met je stoeien, samen een streek met je uit zou kunnen halen of jij mij nog eens voor de gek zou kunnen houden.

Zoals die ene keer op wintersport in Duitsland. Toen jij aangaf dat je te moe was om die hele klim naar het hotel te maken en dat je eerst even op een bankje uit wilde rusten. Paul en ik moesten maar gewoon doorlopen. We sputterden eerst flink tegen, want we wilden jou en Ria eigenlijk niet alleen achterlaten. Maar jij bleef volhouden dat we gewoon door moesten lopen en dat deden we uiteindelijk ook. Nog steeds ongerust over jou kwamen we uiteindelijk boven bij het hotel aan. En wie stonden ons daar vrolijk op te wachten? Je had ons mooi voor de gek gehouden en was, zodra we uit het zicht waren verdwenen, samen met Ria tegen de berg van het hotel opgeklommen, tussen struiken en bomen doorkruipend om zo een heel stuk af te snijden. En zo arriveerde je ruim voor ons bij het hotel. Ja streken uithalen, dat vond je heerlijk en ik moet zeggen, dat heb ik in ieder geval van je geleerd. Jouw motto: een dag niet gelachen is een dag niet geleefd, is ook mijn motto. Dat heeft me de eerste dagen, weken, maanden en zelfs jaren na jouw afscheid altijd op de been gehouden.

Als we het vroeger weleens sporadisch over doodgaan hadden, zei je altijd heel zelfverzekerd dat je het liefst op een zonnige zondagmorgen dood wakker zou willen worden. En zo is het ook gebeurd. Alleen veel en veel te vroeg. Want ook jouw strijd duurde niet lang. Nog geen anderhalf jaar na onze Minus zat ik naast je bed. Je hand nog warm, maar je was er al niet meer. Iemand wreef de tranen van mijn wangen, terwijl ik nog niet eens merkte dat ik huilde.

Jouw reis ging van hoop naar vrees, via een lach en een traan, van afscheid naar afscheid, om uiteindelijk te eindigen in heel veel mooie herinneringen. Ik koester ze nog iedere dag.

Dag, lieve Hans.

Je kleine zusje.