Omdat mijn achternichtje via Facebook vroeg om een leuke herinnering aan haar op te schrijven, dwaalden mijn gedachten af naar haar veel te vroeg overleden opa, mijn oudste broer dus. Als baby maakte mijn achternichtje zulke leuke gebaartjes waardoor mijn broer constant in een deuk lag. Ik kan me dat nog heel goed herinneren, ook al is dat inmiddels 26 jaar geleden.
Tien jaar was mijn achternichtje pas toen haar opa overleed aan kanker. De dag van zijn overlijden staat nog steeds diep in mijn geheugen gegrift. Het was een zonnige zondagmorgen toen uiteindelijk het telefoontje kwam dat ik niet wilde krijgen. Mijn broer, mijn beschermengel, mijn tweede papa, ik moest het voortaan zonder hem doen.
De laatste keer dat ik hem nog gezien heb, lag hij lekker opgerold op z'n zij in bed. "Hee, jij hier, wat fijn", was het laatste wat hij nog tegen me zei. Een weekje later was hij dood, zijn jongere broer en zijn vader achterna, die vrij kort van tevoren al aan hun laatste reis waren begonnen.
En dan heb je alleen nog herinneringen.
Ik weet nog precies hoe zijn stem klonk en ken nog al zijn plagerijtjes. Ik denk dat ik vooral die plagerijtjes het ergste mis. Samen stoeien. Hij won altijd, want hij was met een leeftijdsverschil van elf jaar de grootste en de sterkste. Wanneer ik in het donker bang en huilend in mijn bedje lag, kwam hij naast me zitten. En als ik overstuur was, maakte hij me weer rustig door op zijn mondharmonica te spelen. Toen hij in militaire dienst moest, miste ik hem vreselijk. Maar 's zaterdags was het feest, want dan stond mijn grote broer in zijn soldatenuniform mij op te wachten bij de poort van mijn school.
Hij ging uiteindelijk dood op de manier zoals hij altijd lachend zei dat het zou moeten gaan: op een zonnige zondagochtend dood wakker worden. Dat is hem gelukt. Ik mis hem nog altijd, maar als ik heel goed luister, hoor ik af en toe zijn mondharmonica nog...