In de 25 jaar dat ik voor het Eindhovens Dagblad werkte, mocht ik ook regelmatig over mijn hobby, muziek, schrijven. Vaak mocht ik een sfeerverhaal of recensie schrijven over een muzikaal optreden, maar af en toe mocht ik ook letterlijk mijn eigen ervaringen opschrijven. Mijn eigen belevenis op papier zetten tijdens een concours, waaraan we met onze muziekvereniging (toen nog drumfanfare) deelnamen, was toch wel een van de mooiste klussen om te doen.
'Asten moet trots zijn op dit korps'
(Door Marie-Louise Klomp)
VEENENDAAL - Eindelijk is het uur U daar. De instrumenten zijn opgewarmd en gestemd en samen met de rest van het korps van drumfanfare Jong Nederland wacht ik gespannen af. Nu is er echt geen weg meer terug, het wordt erop of eronder hier op het topconcours van de KNFM in Veenendaal. Nog een paar bemoedigende woordjes van onze dirigent Antoine van Rooij en daar gaan we.
Met gespannen gezichten lopen we met z'n allen naar het podium. Ik schrik van mijn trillende vingers, als ik mijn muziek op de standaard zet. "Kalmpjes aan, meid", fluister ik mezelf nog gauw even toe. Dan richten alle ogen zich op onze dirigent. Z'n lippen bewegen even, het korps neemt en masse een hap lucht en dan gaat de arm met het dirigeerstokje met een zwaai naar beneden. De eerste klanken galmen door de zaal, maar die eerste noot van mij komt er toch wel heel bibberig uit. Even lijkt de paniek toe te slaan, maar dan verdwijnt de hele omgeving op de achtergrond. Voor mij is er alleen nog maar de dirigent, de bladmuziek en m'n instrument.
Bij het wegebben van de laatste klanken, voel ik hoe langzaam de spieren in mijn rug wat ontspannen. "Ziezo, de kop is eraf en het viel niet echt tegen", denk ik bij mezelf. Onze dirigent knikt bemoedigend. "Zou ie tevreden zijn?" Tijd om daar over na te denken is er niet want ook het volgende nummer vergt opperste concentratie. Als we 'A Brand New Day' inzetten voel ik om me heen de spanning omslaan in een laaiend enthousiasme. En als de gordijnen zich sluiten klinken uit de mond van onze dirigent woorden als 'geweldig' en 'fantastisch'.
Na bijna drie uur wachten, worden dan eindelijk de resultaten bekend gemaakt. De spanning binnen onze gelederen neemt zienderogen toe. Zouden we onze concurrent uit Brunssum verslagen hebben? Bij het horen van het puntenaantal, 93,94, klapt ons hele korps enthousiast: een eerste prijs mét onderscheiding is binnen. Maar zodra we horen dat Brunssum het met 85 punten moet doen, gaat het hele korps uit z'n dak. "Antoine bedankt, Antoine bedankt" zingen we met z'n allen. Tranen biggelen over m'n wangen, armen worden om elkaar heengeslagen, er wordt gekust, geknuffeld, gedanst en gezongen. Op steeds meer plaatsen zie je mensen hun tranen de vrije loop laten. "Ik ben dus toch niet de enige", denk ik een beetje opgelucht bij mezelf. En ik word helemaal warm van binnen als onze dirigent bekent dat hij zijn mooiste moment beleefde, toen hij tijdens het derde nummer zijn ogen voelde prikken van emotie. "Het klonk zó mooi en jullie hingen als het ware met touwtjes aan mijn vingers. Ik kon jullie op dat moment alles laten doen zoals ik dat wilde. Dat was voor mij een gouden moment. Ik heb toen ook mijn dirigeerstok weggelegd, want die heb je bij zo'n aandachtig stel muzikanten niet nodig. Dan gebruik je alleen je handen."
Het juryrapport liegt er ook niet om. Het laagste cijfer een negen, het hoogste een tien. "Asten mag, nee móet trots zijn op zo'n korps", staat er zwart op wit. Dan weet je als muzikant weer waar je het allemaal voor hebt gedaan!