Mijn lief en ik voelen ons de laatste tijd erg verbonden met elkaar. Laten we zeggen dat we erg gehecht zijn aan elkaar. Op zich natuurlijk niet zo vreemd, we houden namelijk al bijna 34 jaar van elkaar. Maar dat hechte, dat gevoel van verbondenheid, sloeg vorige week maandag ineens hard toe.
Op die dag haalde de dermatoloog operatief bij mij een stukje huidkanker weg. Ik werd daarna keurig gehecht en verbonden en mocht, met wat restricties, weer met mijn lief mee naar huis. Mijn lief nam de karweitjes over die ik tijdelijk niet mocht doen en mijn genezingsproces verliep voorspoedig. Tot die vrijdagmiddag...
Mijn lief zou koken en zette het keukenmes dan ook voortvarend in een ui, althans, dat dacht hij. Een luide kreet klonk door de keuken en in een mum van tijd kleurde de gootsteen rood. Het mes had zich niet in de ui, maar in het topje van de vinger van mijn lief geboord. En niet zo'n beetje ook. Het bloed stelpen met een pleister lukte niet en toen ik eens goed naar de wond keek, zag het topje van zijn vinger, dat nog met één velletje vastzat, helemaal wit.
Met wat verbandgaas en een stuk keukenrol om zijn gehavende vinger gingen we met gezwinde spoed naar de huisarts. Die keek toch wel even bedenkelijk toen ze de snee in de vinger zag. Uiteindelijk besloot ze om het losgesneden stukje toch te hechten in de hoop dat het weer aan de vinger zal gaan groeien. Na het hechten werd ook mijn lief keurig verbonden. En daar stonden we dan saampjes, allebei met hechtingen en verband. Hechter en meer verbonden kun je je dan toch niet voelen.
O ja, met onze huisartsenpraktijk voelen we ons sindsdien ook erg verbonden. Bovendien is het een praktijk waar we erg gehecht aan zijn.