Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

We zouden dit jaar geen carnaval gaan vieren, mijn lief en ik. Na een behoorlijk bewogen periode wilden we even wat tijd voor onszelf. Maar het lot besliste anders.

Op carnavalszaterdag kregen we onder de lunch een verontrustend telefoontje van mijn zus. Ze belde vanuit het ziekenhuis waar mijn 99-jarige moeder plotseling was opgenomen. Ze had een zware longontsteking. Of we die kant op wilden komen, want het ging heel erg slecht met haar. En of we dat wilden. In een recordtijd zaten we in de auto om 65 km later in het ziekenhuis te arriveren.
Daar troffen we inderdaad een heel ziek mensje aan met hoge koorts, een infuus in haar arm en een zuurstofslangetje in de neus. Ze sliep, of iets wat daar op leek, maar opende wel haar ogen toen ik haar zachtjes op haar wang kuste. Een korte, verwonderende blik was haar enige reactie, voordat haar ogen weer dichtvielen. Ondertussen druppelde haar kamertje vol met nog meer familieleden,  maar mijn moeder kreeg daar niet zo heel veel van mee. Het infuus liep langzaam leeg, de zuster spoot nog extra medicijnen in haar arm en er werd bloed geprikt. De longarts kwam een kijkje nemen en zette een bezorgd gezicht op. En zo tikten de uren langzaam weg.
Aan het eind van de middag gingen haar ogen open en begon ze zelfs weer te praten. De koorts was gezakt en het leek wat beter met haar te gaan. Mijn lief en ik hadden die avond een concert met onze muziekvereniging en we wisten allebei dat we daar eigenlijk niet gemist konden worden. Wat nu? Konden we het wagen om daar toch aan deel te nemen? Of moesten we hier blijven bij ons mam? Na overleg met mijn zus en de dokter besloten we om toch deel te nemen aan het concert. Mijn zus zou ons op de hoogte houden, maar wist dat we de twee uur dat het concert duurde, niet bereikbaar zouden zijn. Voordat we naar huis reden, namen we heel bewust afscheid van mijn moeder, want ja, zou ze er over een paar uurtjes nog zijn?
Het concert liep als een trein en iedereen was heel erg blij dat we toch meespeelden. Maar op een gegeven moment flitste het toch wel even door me heen dat ik hier nu gezellig muziek zat te maken, terwijl mijn moeder misschien aan het doodgaan was. Die akelige gedachte zette ik toch maar weer heel snel van me af, ik had deze keuze bewust gemaakt en moest nu niet gaan zeuren, vond ik.
De weg vanaf het podium naar de zaal waar mijn telefoon lag, leek kilometers lang en loodzwaar. Met trillende vingers opende ik mijn telefoon en slaakte een zucht van verlichting. Geen enkel berichtje, dat kon alleen maar goed nieuws betekenen.
De volgende dag waren we al weer vroeg bij mijn moeder. Ze zat er patent bij, keek een stuk beter uit haar ogen en maakte zelfs grapjes. Die middag stond haar kamer vol met iedereen die haar dierbaar was. 'Dat heb ik toch maar mooi voor elkaar gekregen, dat jullie hier nu allemaal zijn', klonk het triomfantelijk uit haar mond. We lagen dubbel van het lachen om die opmerking, maar ook van opluchting.
Maar die opluchting was maar van korte duur. Maandagmorgen werden we uit ons bed gebeld. Het ging opnieuw heel erg slecht, of we meteen konden komen...

Wordt vervolgd.